Hoe werkt Lemtrada®

Jouw arts heeft je Lemtrada® voorgeschreven. Het is logisch dat je vragen hebt over de werking van een nieuwe behandeling. Daarom hebben we dit overzicht samengesteld. Zo heb je altijd de belangrijkste informatie bij de hand.
Lemtrada® is een geneesmiddel dat je op doktersvoorschrift krijgt en alleen wordt toegediend in het ziekenhuis. De behandeling met Lemtrada® bestaat uit twee behandelingskuren, verdeeld over 2 jaar. Bij de eerste kuur krijg je vijf dagen achter elkaar één infuus per dag. Een jaar later krijg je de tweede behandelingskuur. Bij de tweede kuur krijg je drie dagen achter elkaar één infuus per dag.
Lemtrada® kan MS niet genezen, maar wel het aantal terugvallen verminderen. Ook kan Lemtrada® helpen de voortgang van de ziekte te vertragen. Als het goed is, heb je samen met je arts de voor- en nadelen van de behandeling met Lemtrada® besproken. (1)
Als je MS hebt, ben je waarschijnlijk bekend met terugvallen. Tijdens een terugval kunnen oude symptomen terugkomen of erger worden. Ook kun je tijdens een terugval nieuwe symptomen van MS ervaren. (2)
Lemtrada® is een molecuul dat deel uitmaakt van een groep eiwitten die monoklonale antistoffen genoemd worden. Lemtrada® werkt in op het immuunsysteem. Hierdoor kunnen de aanvallen op het zenuwstelsel beperkt worden. Hoe gaat dat dan? Lemtrada® bindt zich aan een eiwit met de naam CD52. Dit eiwit komt voor op de witte bloedcellen die mogelijk zorgen voor het ontstaan van MS. We noemen deze witte bloedcellen ook wel B-lymfocyten en T-lymfocyten (of B-cellen en T-cellen). Door zich aan deze cellen te binden (via het eiwit CD52) zorgt Lemtrada® ervoor dat deze vernietigd worden. Je lichaam vervangt de cellen daarna langzaam door nieuwe cellen. (1)
Het toedienen van Lemtrada® bestaat uit twee behandelingskuren. Bij de eerste kuur krijg je vijf dagen achter elkaar één infuus per dag. Een jaar later krijg je de tweede behandelingskuur. Bij de tweede kuur krijg je drie dagen achter elkaar één infuus per dag.
Soms is het ook nodig dat je een derde en eventueel vierde behandelingskuur krijgt. Deze kuur krijg je wanneer het nodig is en in overleg met je neuroloog. Deze kuur is gelijk aan de tweede kuur: drie dagen achter elkaar één infuus per dag. (1)
Zoals elk geneesmiddel kan ook Lemtrada® bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee te maken. Er kunnen bijwerkingen ontstaan tijdens de infusie, kort na de infusie, maar ook jaren na de laatste toediening.
Een behandeling met Lemtrada® kan het risico verhogen op het ontwikkelen van (ernstige) infecties en auto-immuunziekten (aandoeningen waarbij uw immuunstelsel uw lichaam aanvalt).
Het is belangrijk om bijwerkingen te herkennen en deze op tijd te melden bij je arts of verpleegkundige. Het is heel belangrijk dat je blijft doorgaan met je maandelijkse controles (ook als je je goed voelt). Bovendien kunnen deze aandoeningen zelfs nog na 4 jaar optreden; daarom moet je blijven letten op tekenen en symptomen, zelfs nadat je niet langer maandelijkse bloed- en urinetests hoeft te ondergaan. Hoe sneller de bijwerkingen ontdekt worden, hoe effectiever deze behandeld kunnen worden.
Meer informatie over deze bijwerkingen, inclusief de symptomen die je kunt ervaren en wat je kunt doen wanneer deze zich voordoen vind je in de bijsluiter. Verdere informatie staat beschreven op de patiëntenwaarschuwingskaart en in de handleiding voor patiënten die je van jouw arts of verpleegkundige ontvangen hebt. Neem bij twijfel altijd contact op met je neuroloog. (1)
Als je denkt dat je zwanger bent of als je van plan bent zwanger te worden, is het belangrijk om dit te bespreken met je arts vóór je met de behandeling begint. Gebruik effectieve anticonceptie tijdens de behandeling en gedurende de vier maanden na de laatste infusie. (1)
Het is belangrijk om je arts op de hoogte te stellen van alle problemen die je hebt met je gezondheid. Vertel niet alleen over geneesmiddelen die je op recept verkregen hebt. Ook homeopathische middelen en vaccinaties kunnen invloed hebben op de behandeling.
Als je vragen hebt over je behandeling, kun je deze altijd bespreken met je arts of MS-verpleegkundige. Daarnaast vind je meer informatie in de bijsluiter, en op de patiëntenwaarschuwingskaart en in de handleiding voor patiënten die je van jouw arts of verpleegkundige hebt ontvangen.
MAT-NL-2100809 v4.0 - 052023