Vormen van MS

Vormen van MS

MS is een onvoorspelbare ziekte. Het verloop ervan is bij iedere patiënt anders. Dit betekent dat de klachten en gevolgen van MS van persoon tot persoon kunnen verschillen. Over het algemeen zijn er 4 verschillende vormen4,5,6 van MS te onderscheiden.
 

    Clinically Isolated Syndrome is een eenmalige aanval die lijkt op MS. De diagnose MS kan dan nog niet gesteld worden. Wel zal je na een CIS-aanval verder onderzocht worden. Als je een tweede aanval krijgt, is er sprake van ‘klinisch definitieve MS’.
    CIS kan dus duiden op MS, maar dat hoeft niet. Uit onderzoek blijkt dat 3 tot 7 van de 10 mensen die CIS-aanval hebben gehad, uiteindelijk een vorm van MS krijgen.1 Meestal gaat het dan om Relapsing Remitting MS.

    De meeste mensen met MS, zo’n 80 tot 85%, hebben Relapsing Remitting MS (RRMS).3 Bij RRMS wisselen perioden van aanvallen en herstel (remissie) elkaar af. De aanvallen worden ook wel schubs (spreek uit: sjoeps), relapses of terugval genoemd.
    Tijdens een aanval kun je te maken krijgen met verergering van de klachten of zelfs nieuwe problemen. Je klachten kunnen tijdens het herstel verminderen of zelfs verdwijnen. Het aantal aanvallen per jaar verschilt per persoon. Na verloop van tijd kan RRMS overgaan in secundair progressieve MS.

    In deze ‘fase’ van MS (waar uiteindelijk zo'n 40% van de mensen met MS mee te maken krijgt) worden de symptomen geleidelijk erger. Klachten die je eerder al had, zullen tijdens een aanval verergeren. Ook kunnen er nieuwe klachten ontstaan die helaas niet meer geheel zullen herstellen. Ook hier geldt dat het precieze verloop niet te voorspellen is. Achteruitgang kan zeer langzaam gaan.

    Slechts een klein deel van alle mensen met MS (zo’n 10%) lijdt aan primair-progressieve MS. Dit is de meest zware vorm van de ziekte2. In deze ‘fase’ worden de symptomen van MS geleidelijk erger, meestal zonder duidelijke MS-aanvallen. In sommige gevallen volgen de aanvallen elkaar juist in een snel tempo op. Deze vorm van MS komt vooral voor bij mensen die op latere leeftijd de diagnose multiple sclerose krijgen.

    1. Miller et al. May 2005. Clinically isolated syndromes suggestive of multiple sclerosis, part I: natural history, pathogenesis, diagnosis, and prognosis. Lancet Neurol. 4 (5): 281–8. PMID 15847841. 
    2. Miller et al. October 2007. Primary-progressive multiple sclerosis. Lancet Neurol. 6 (10): 903–12.  
    3. Compston et al. October 2008. Multiple sclerosis. Lancet. 372 (9648): 1502–17. 
    4. National Multiple Sclerosis Society. Changes in multiple sclerosis disease-course (or “type”) descriptions (PDF). Retrieved 15 Sept 2021. 
    5. Lublin; et al. 15 July 2014. Defining the clinical course of multiple sclerosis, The 2013 revisions. 
    6. National Multiple Sclerosis Society. Types of MS. Retrieved 15 Sept 2021.  

MAT-NL-2101217 v1.0 - 092021